Totaal aantal pageviews

dinsdag, april 28, 2015

Mac Nolia (met dank aan A.R.)


~ Klik op de foto voor het originele formaat ~ Click on the photo for the original size ~
~ Bewerkt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress ~

woensdag, april 22, 2015

Zonder woorden



~ Klik op de foto voor het originele formaat ~ Click on the photo for the original size ~
~ Bewerkt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress ~

Witte eenvoud


~ Klik op de foto voor het originele formaat ~ Click on the photo for the original size ~
~ Bewerkt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress ~

dinsdag, april 21, 2015

De wonderlijk witte



~ Klik op de foto voor het originele formaat ~ Click on the photo for the original size ~
~ Bewerkt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress ~

Kijk dan wat mooi



~ Klik op de foto voor het originele formaat ~ Click on the photo for the original size ~
~ Bewerkt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress ~

vrijdag, april 17, 2015

Magnolia Wonder in Pink and White




~ Klik op de tekening voor het originele formaat ~ Click on the drawing for the original size ~


Gemaakt met SketchBookExpress * Created with SketchBookExpress

                                   

Lentesalon 2015 22 maart t/m 12 april 2015

17 maart 2015
Gisteren de foto op foamplaat, formaat 75 x 100 cm, opgehaald bij fotozaak Jos Beuman, met de hulp van E.H. en haar auto. Vandaag de consignatiepapieren voor de galerie ingevuld en de foto bij Kadmium gebracht. En een lekkere cappuccino gedronken bij de Barbaar (http://www.barbaar.nl/)




Openingstekst Hendrik van Leeuwen:


GOED BESCHOUWD

- Opening Kadmium - 22 maart 2015
Door Hendrik van Leeuwen
Kunstenaars hebben een moeizame relatie met taal. Het is hun medium niet.

Taal is iets voor schrijvers en die zitten in een ander kamp. Waarom zou het nodig zijn om nog-eens-een-keer in woorden te omschrijven waar een beeld toch voor iedereen zichtbaar over gaat?

'Het werk moet voor zichzelf spreken' is een kreet die ik vaak heb gehoord, vooral in de jaren '70 en '80 toen de abstracte-, of liever de conceptuele kunst toonaangevend was en de buitenstaander er geen snars van snapte. Wat er in de krant over werd geschreven hielp ook nauwelijks, want daar werd een duur jargon gebezigd waarvoor je eerst een universitaire studie moest volgen. Er werd buitengewoon serieus op ingegaan dat iemand vijftig passen liep en dat vertaalde in een streep van een bepaalde lengte op het papier. En dat keer op keer met kleine variaties. Het idee dat je daarmee een heel leven vorm en zin kan geven, heeft mij lichtelijk verbijsterd. Hoe monomaan kun je zijn? Kloosterlijke discipline heeft iets bijzonders, maar een leven lang stappen tellen en strepen trekken? Visueel vond ik het erg armoedig en dat het grote publiek zijn interesse verloor werd betreurd, maar kunstenaars ondergingen het gelaten. Wat kon je eraan doen? Het werk moet voor zichzelf spreken, nietwaar?

Gelukkig is die tijd voorbij. In de jaren '90 versplinterde het landschap van de kunst. Er kwamen nieuwe media op, andere vormen van exposeren, iedereen zocht een eigen manier van uitdrukken, het groepsgevoel verwaterde en het individu werd de norm. Zelfs de matras waarop je seks had, kon tot kunst verheven worden. Er is dus geen dominante stroming meer met bijbehorend jargon, al zijn er nog steeds deftige bladen die dat stug volhouden. Maar in de krant wordt weer vrij helder uitgelegd wat kunstenaars zoal beweegt. Jammer alleen, dat er in de dagelijkse kolommen en in de culturele bijlages nog maar weinig plek wordt ingeruimd voor beeldende kunst. Elke cabaretvoorstelling wordt besproken, elk toneelstuk, elk popconcert, elke uitvoering van Gustave Mahler wordt gerecenseerd, maar elke flinke tentoonstelling niet. Is dat gebrek aan interesse? Zijn er teveel exposities? Heeft de kunst onvoldoende te melden? Of spreekt het werk voor zichzelf?

Kadmium heeft de gedachte opgevat om wat te doen aan deze 'onmondige situatie'. Kunstenaars moeten beter gebekt worden en hun eigen werk kunnen toelichten, want de krant doet het niet voor ze. Bovendien verdwijnt de krant heel langzaam uit beeld. Internet is de nieuwe informatiebron en als ik jullie websites bekijk valt daar nog heel wat te winnen.

Kadmium rakelt dus de discussie op hoe je je werk in de wereld zet. En dat begint -- hoe lastig het ook is -- met taal. In zekere zin is dat tegennatuurlijk, want kunstenaars werken het liefst alleen in hun atelier en worden daar zwijgzaam van, zoals een boer op het land stug wordt van de stilte.

Het is niet zo dat taal vermeden wordt. Net als iedereen hebben kunstenaars behoefte aan gezelschap, dus om de keel te smeren gaan ze naar het café, of naar openingen van exposities -- dat is wat goedkoper dan het café. Ze kletsen met hun vrienden, ze babbelen met hun kinderen, ze luisteren naar de radio. Ze lezen ook gewoon boeken en kranten, kortom taal is er altijd en overal.

Maar... taal moet niet aan hun beelden komen.

Dan ligt er wantrouwen op de loer, of zelfs regelrechte afkeer. We kunnen het wel ontkennen want we weten best dat de kunst belang heeft bij publiciteit, maar diep in hun hart vinden veel kunstenaars woorden (vooral geschreven woorden) beangstigend.

Woorden noemen dingen bij de naam, ze pinnen ze vast, je kan geen kant meer uit. Het schilderij in wording, dat in je hoofd nog alle kanten uitgaat, dat je aan van alles en nog wat doet denken terwijl je bezig bent met rood en groen en alle tinten die dat samen oplevert, maar dat tenslotte stolt in bepaalde kleuren en vormen... hoe kan dat hele complexe mechanisme samenvat worden in een paar woorden?

Daarbij komt het grote gezag dat van taal uitgaat. Contracten, rechten en plichten, vastgelegd in leerstof en wetten, het wordt allemaal op schrift gesteld en als het misgaat spreekt de rechter zijn vonnis uit in taal. Sommige boeken zoals de koran en de bijbel zijn zo heilig dat er om één woord oorlog wordt gevoerd.

Ik heb het altijd fascinerend gevonden dat 'de eerste mens' in de bijbel een naam krijgt -- Adam -- waarin de klank iets van een beeld oproept. Adam zit in het Nederlands heel dicht bij adem en taal begint bij het beheersen van je adem. Nog veelzeggender is de eerste taak die Adam krijgt in dat goddelijke paradijs van lang geleden. Hij moet de dingen namen geven...

God zegt niet 'maak er een afbeelding van, of zing er een mooi lied over'... Nee, Adam moet een systeem ontwerpen om alles wat hij ziet en ondergaat te classificeren in een begrijpelijke vorm. Als jij 'boom' zegt, weet ik ook dat jij boom bedoelt. Als je eikenboom zegt, wordt het nog duidelijker. Kortom, want ik kan hier niet te lang over uitweiden, ons bewustzijn als mens hangt nauw samen met taal. Onze zintuiglijke ervaringen kunnen op talloze manieren worden uitgedrukt. In dans, in zang, in voedselbereiding, in het maken van bijzondere beelden en als puntje bij paaltje komt ook in taal... Taal staat niet boven andere uitdrukkingsvormen, maar heeft wel vanouds een grote autoriteit.

Die autoriteit is wel enigszins misplaatst. Als ik groen zeg, lijkt dat heel duidelijk maar erg precies is het niet. Welke tint groen dan? Lichtgroen, donkergroen, koud groen, limoen groen? Een dergelijk onderscheid kán wel subtiel worden aangeduid met taal, een paar welgemikte woorden volstaan, maar vaak -- in de snelheid van het dagelijks bestaan -- is taal kort door de bocht. Rood is stoppen, groen is doorrijden. In de praktijk werken al onze zintuigen nauw samen en is taal misschien een belangrijke woordvoerder, maar of een banaan of een avocado eetbaar is, beoordeel je toch echt op kleur- en tastzin.

Kadmium legt er dit jaar nadrukkelijk de vinger op: 'wat zegt je werk?' Niet alleen hoe verkoop je het? Maar wat stelt het nou eigenlijk voor? En die vraag heeft twee betekenissen.

In woorden uitdrukken wat je meteen -- aan de buitenkant -- ziet is een vorm van vertalen. Als je een beeld maakt, moet daar geen wollige of obligate dingen over zeggen, maar hoe vertaal je een visuele gewaarwording dan wel zonder uitleggerig of zelfs betweterig te worden?
Daarbij komt het eeuwige zoeken naar een diepere zin. Die betekenis houdt zich -- zowel voor de maker als de kijker -- ergens onder de oppervlakte schuil. Kan taal je helpen om dieper in te gaan op het beeld?
De hamvraag die Kadmium aan de orde stelt is: weet je zélf eigenlijk wel wat je aan het doen bent?

Is het genoeg om lekker mooie dingen te maken? Of moet je toch ook gaan snappen wat de diepere drijfveer is? Een kwestie van bewustwording dus. En daar iets over kunnen zeggen aan een buitenstaander... want dat publiek heb je nodig als kunstenaar. Het is niet genoeg om iets aan de muur te hangen. Het moet spreken, reacties oproepen, communiceren...

Goed beschouwd -- de titel van deze tentoonstelling -- probeert dat taalproces op gang te brengen. Ik mocht de inzendingen voor deze Lentesalon bij voorbaat bekijken en daar met luttele woorden op reageren. Ik ben -- om het zo maar eens te zeggen - als een voorproever te werk gegaan. Dus zonder alle achtergronden en ingrediënten precies te kennen, heb ik naar elk beeld gekeken met de vraag: wat roept het in mij -- als buitenstaander -- op? Dat heb ik steeds in een paar steekwoorden opgeschreven. Weloverwogen, maar niet bedoeld als voorschrift of norm: het is mijn persoonlijke reactie op het beeld, een voorzet om wat bewuster na te denken over wat je ziet... Vaak halen u en ik dezelfde boodschap uit een beeld, maar is de inkleuring toch bij iedereen anders. U legt de nadruk hier, ik leg hem daar. U denkt misschien aan de lente, ik herinner me de herfst. Er is niet één waarheid. Nergens. Nooit. Alle communicatie is gestoeld op uitwisseling van mening.

Ook is het niet zo dat de kunstenaar het laatste woord heeft. Het kunstwerk staat op zichzelf -- tussen de maker en de kijker in. Beide partijen mogen er hun zegje over doen.

Ik vond het wel een hele eer om deze korte teksten te mogen maken vanuit een persoonlijke optiek. Dat vraagt bij voorbaat om vertrouwen. Het helpt natuurlijk dat ik als 'tweetalig' te boek sta. Van jongs af aan bewandel ik zowel het pad van het beeld, als van het woord. En daardoor ben ik een soort bruggenbouwer geworden.

Maar toch... ik heb carte blanche gekregen en ik dank Kadmium voor de kans die mij hier geboden is. En ik hoop maar dat de betrokken kunstenaars niet al ongelukkig zijn met mijn compacte teksten. En ik hoop dat er tussen die paar woorden genoeg ruimte zit voor het publiek om zelf met het beeld aan de slag te gaan.

Want het werk spreekt inderdaad voor zichzelf, maar je moet er wel antwoord op geven.